Ouders die slachtoffer waren van het toeslagenaffaire en naar de rechter stapten, waren vaak kansloos omdat de rechters de regels véél te streng volgden. Dat schrijft de Raad voor de Rechtspraak, de hoogste bestuursrechter, in een kritisch rapport over het functioneren van bestuursrechters.
De Raad voor de Rechtspraak deed dit uitgebreide zelfonderzoek omdat de parlementaire commissie die onderzoek deed naar de kindertoeslagenaffaire eind vorig jaar concludeerde dat bestuursrechters de betrokken ouders niet de rechtsbescherming boden die nodig was.
Oneerlijke strijd
‘Voor de slachtoffers van de toeslagenaffaire bestond de rechtstaat in feite niet,’ zegt Henk Naves, voorzitter van de Raad voor de Rechtspraak. ‘Gezinnen moesten vechten tegen een veel machtiger overheid.’ Dat leverde een oneerlijke strijd op, waarbij de Rechtspraak ‘niet altijd de bescherming bood die deze ouders wel verdienden.’ Naves vindt dat de Rechtspraak in de spiegel moet durven kijken. Vandaar dit rapport, dat een werkgroep van bestuursrechters heeft opgesteld.
Dat rechters bijna nooit meer tegen de Belastingdienst ingingen, leidde er toe dat zij nauwelijks meer rekening hielden met de omstandigheden van de ouders. Bij bestuursrechters heerste weliswaar veel onvrede en onbehagen over de kinderopvangtoeslagzaken, maar ze praatten daarover niet met andere rechtbanken. En omdat ouders zelden gelijk kregen bij de rechter, kwamen zaken niet meer bij de Raad van State terecht. Pas in 2019 werd de alles-of-niets regel afgeschaft.
De toekomst
Om in de toekomst dit te voorkomen, adviseert de werkgroep van bestuursrechters dat voortaan in soortgelijke zaken de rechtsbescherming van het individu belangrijker moet zijn dan de zorg dat rechters in heel Nederland dezelfde uitleg aan de wet geven.
Ook vindt de werkgroep dat rechters méér met elkaar moeten overleggen bij welk type zaken mogelijk onrecht dreigt. De voorzitter van de Raad voor de Rechtspraak, Henk Naves, wil met het kritische rapport duidelijk maken dat de Rechtspraak wil leren van het verleden. ‘Een eerlijke kijk naar het eigen handelen maakt het onrecht niet ongedaan, maar kan het mogelijk wel in de toekomst voorkomen.’ Zo stelt hij voor in de toekomst veel meer rechterlijke uitspraken online te publiceren, zodat misstanden eerder worden opgemerkt.