De Moeder is de Sleutel. Zo heet de stichting die Diana Sardjoe drie jaar geleden oprichtte. Ze heeft twee zoons die eerder in de Amsterdamse top 600 van criminele- en top 400 van risico-jongeren stonden. Als ervaringsdeskundige biedt ze hulp aan moeders van jongeren die dreigen af te glijden naar de criminaliteit of daar al diep in zitten. “Wij proberen de moeder weer in haar kracht te krijgen.”
Inmiddels helpt de stichting bijna tweehonderd moeders die vaak met uiteenlopende problemen kampen: armoede, schulden, mentale problematiek. Vanaf september werkt de stichting landelijk, in meerdere steden zijn al moeders actief.
De moeder is de sleutel in positieve zin maar ook in negatieve zin, zegt Sardjoe (49) in haar kantoor in Zuidoost. Ze heeft vier kinderen en woonde vroeger in deze wijk, maar haar zoons groeiden voornamelijk op in stadsdeel Oost. “Als moeder bescherm je je kind, maar onvoorwaardelijke liefde betekent niet altijd je kind beschermen. Als je het te veel in bescherming neemt, hou je de situatie in stand. Als je ziet dat het niet goed gaat met je kind en hij overlast veroorzaakt dat tot maatschappelijke onrust leidt, dan moet je toch zeggen: tot hier en niet verder. ‘Ik hou van je, maar dit tolereer ik niet’, zei ik tegen mijn zoon.”
Haar zoon was 14 toen op een dag een heel arrestatieteam haar huis kwam binnenvallen. “Pas op dat moment wist ik echt wat er aan de hand was. Ik was in shock, beleefde het als een roes. Daarvoor had ik wel signalen maar die werden afgedaan als puberteit-gedrag, maar als moeder voel je dat er ergens iets niet klopt.”
Haar zoon deed mee aan het top 600-project dat jongeren uit de criminaliteit beoogt te halen. De ene na de andere hulpverlener stapte het gezin binnen. “Eindelijk hulp dacht ik, maar het was niet wat ik verwachtte.” Ze stortte in. “Niets interesseerde me meer, het ging niet goed met me. De druk op het gezin was hoog. En onderling ook, vooral tussen de broers: want het is jouw schuld dat al die mensen hier komen en mamma kapot gaat. Op een gegeven moment was ik het zat.”
Na een interview in Het Parool drie jaar geleden, waarin ze haar verhaal deed als moeder van een top-600 jongere, kreeg ze veel reacties van andere ouders. “Het verhaal dat me het meeste raakte was dat van een moeder wiens zoon betrokken was bij een liquidatie, ik kende hem toen hij klein was. Het had voorkomen kunnen worden, er was zoveel hulp, toch sliep hij in het park. Toen dacht ik: hier moet ik iets mee doen. Bestaande organisaties beschouwen moeders vaak als zielig en er heerst toch schaamte. De buitenwereld mag het niet weten. Maar juist je omgeving moet het weten wat er met jou als moeder gebeurt. Deze moeders zijn er, deze kinderen zijn er. Ik zou het juist mooi vinden als mensen in de buurt ook helpen, want als de hulpverleners weggaan, zit de moeder nog steeds met haar kind. En je komt er als moeder beschadigd uit, ook door de stigmatisering.”
In de film ‘Doula’s van de Stad’ zeg je: als het goed gaat met de moeder gaat het goed met de zoon.
“Dat klopt. Mijn zoon zei bij een symposium iets doeltreffends: omdat mijn moeder niet gelukkig was had ik geen reden om gelukkig te zijn. Door mij ging hij naar buiten. Het is belangrijk hoe je kind jou ziet. Want hoe was het in die tijd? Ik lag op de bank zelfmedelijden te hebben, ik was veranderd in een vrouw die ik niet was. Met mijn zoons gaat het inmiddels goed, de jongste werkt hier op kantoor en begeleidt jongeren.”
Wat doet ‘De Moeder is de Sleutel’?
“Vaak wordt vanuit vaders gewerkt, maar je moet juist met moeders werken. Die moeder draagt het gezin, zij weet als eerste als er iets is. Het huis is gebouwd op een vrouw, is een Mexicaans gezegde. Dat is waar, zij gooit die warmte erin. Als het met haar niet goed gaat, merk je dat aan het hele gezin. Wij proberen de moeder weer in haar positie, in haar kracht te krijgen.”
“We werken breed, ook met het ministerie van Justitie en Veiligheidzijn we bezig initiatieven te ontwikkelen om moeders te ondersteunen. De reclassering helpt ook mee. We gaan mee naar zittingen, naar de politie en geven uitleg over (strafrecht)procedures.”
“Moeders kunnen ook bij ons terecht als hun kind niet in de criminaliteit zit, maar in het stadium daarvoor. Als ze zich zorgen maken, maar als niemand luistert. We hebben een vast team van tien moeders, met daaromheen een groep van vijftig moeders die helpt bij bijeenkomsten, en een groep moeders met een hulpvraag. Daar zitten ook moeders tussen die hun situatie ontkennen. Mijn kind doet dat niet, dat kan niet, zeggen ze dan. Dan horen we een tijd niet van hen en op een gegeven moment bellen ze weer. Om te erkennen dat je kind zich bezig houdt met criminele activiteiten, dat is voor veel moeders moeilijk. Maar zolang je dat niet kunt, kun je ook niet helen, dan hou je het proces tegen dat je zoon eruit kan stappen.”
Welke problemen hebben moeders vaak nog meer, armoede?
“Armoede speelt ook een rol. Meestal merk je dat de basis niet stabiel is. Ook mentaal speelt er verborgen problematiek, dingen die hulpverleners niet zien, moeders houden vaak veel verborgen. Dat moet je eerst boven water krijgen zodat het gezin weer kan functioneren. Armoede vind ik de grootste trigger voor criminaliteit. Als je zoon bijvoorbeeld thuiskomt met een tas vol boodschappen, terwijl je weet dat hij daarvoor geen geld heeft, en de koelkast is leeg, dan sluiten moeders weleens hun ogen. Als broertjes en zusjes je hongerig aan kijken, zeg je als moeder dan: nee, breng het weg? De basis moet eerst op orde zijn in het gezin, de zoon moet zoon zijn, en geen verzorger worden. Dat zie je namelijk vaak gebeuren. Dan kunnen we met een vinger wijzen en straffen, straffen straffen of denken: had ze maar niet zoveel kinderen moeten nemen. Maar die kinderen zijn er. Je moet die moeder sterker maken, want vaak is haar gevoel van eigenwaarde zwak en haar gevoel van falen groot. Dat moet eerst worden aangepakt, zodat zij stappen gaat ondernemen om weer iets op te bouwen.”
“Veel moeders worstelen met schuldgevoel, want ze vragen zich af: wat heb ik verkeerd gedaan? Tot het moment dat je denkt: maar wacht even, ik heb mijn best gedaan. Ik ben er nog steeds voor mijn kind, maar dit is een deel van hem dat hij ontwikkelt. Dan kun je verder. Hulpverleners, moeders en vaders die aanwezig zijn, moeten samen optrekken.”
“We gaan ook beginnen met bijeenkomsten voor jongeren. Die spreken we apart en niet in een groep. Wij moeders hebben kinderen die rivaliseren, dat doen wij moeders niet, maar als je twee van die jongeren bij elkaar zet hier, is dat niet handig. We laten kinderen ook zien: je kunt doodgaan, we zeggen duidelijk: wat wil je: of je eindigt in de bak of je gaat dood, een van de twee en dat wil je niet. Dan kijken ze je aan. Het is ook een stuk aandacht dat ze nodig hebben, je moet laten zien dat je in hen gelooft.”
www.demoederisdesleutel.nl, telefoon 020 – 798 0631