De woningmarkt is volledig ontspoord. Maar niet iedereen gaat mee in de jacht naar het grote geld. In Bajesdorp verzet een groep idealisten zich dapper met een nieuwe wooncoöperatie. Femke Ravensbergen vertelt.
Het Bajeskwartier, waar eens de Bijlmerbajes stond, is nu nog een stoffige steppe, op een nieuwbouwwijkje bij metrostation Sparklerweg na. Alleen aan de andere kant van het terrein trotseert een bakstenen gebouwtje nog even de sloophamer. Nu heet het ‘de Muiterij’, maar als directeurswoning had het de rijkelijk eufemistische bijnaam ‘de villa’. Theatermaker Femke Ravensbergen (40): “Dit gebouw meet 13,5 bij 13,5 meter. Op dezelfde plek bouwen we volgend jaar ons woon-werkgebouw. Dat zal 17 bij 17 meter zijn, met vier verdiepingen, twintig meter hoog. Wij hadden liever laagbouw, maar volgens het bestemmingsplan moesten we nu eenmaal deze footprint aanhouden.”
Femke is een van de initiatiefnemers van wooncoöperatie De Vrijkoop van Bajesdorp. Eerst zat ze samen met andere kunstenaars en woonactivisten in de nabijgelegen cipierswoningen, waarvan al een aantal was gekraakt in 2003. Die zijn inmiddels met de grond gelijkgemaakt. Nu zijn de bewoners verhuisd naar woonwagens op het terrein. Femke, die zelf twaalf jaar geleden kwam, woont en werkt in een lentegroene zeecontainer van 28 vierkante meter. Die heeft ze met hulp van vrienden en haar vader getransformeerd tot comfortabel tiny house. Omdat hij boven op een andere container is geplaatst, kan ze mooi uitkijken over het Bajeskwartier. Binnenkort zal daar ook Hotel Jansen komen. “Dat staat haaks op onze idealen”, zegt ze fel. “Die verhuren alleen tijdelijk, zodat je als huurder geen rechten kunt opbouwen. Dan krijg je een kamertje voor een krankzinnig bedrag. Heel verderfelijk vind ik dat.”
Creatieve freelancers als zij kunnen een huurwoning in Amsterdam niet eens betalen, als ze er al een zouden kunnen krijgen. En inmiddels wil ze ook niet meer zo wonen. “Ik geloof in het collectieve. Samen dingen doen geeft meerwaarde, dat is veel bevredigender dan in je eentje driehoog achter op je eigen vierkante meters te zitten.”
In De Vrijkoop van Bajesdorp komen tien woon-werkeenheden van 20 tot 45 vierkante meter. Met eigen douche en mini-keuken, “anders moesten we verhuurderheffing betalen”. Die eenheden zitten op de bovenste drie verdiepingen, die gemeenschappelijke ruimtes hebben als een woonkeuken en een leeszaal. De ateliers zitten verspreid over het gebouw. Op de begane grond komen een theater en een café en naast het gebouw zullen duurzame moestuinen en een voedselbos verrijzen. Het gebouw van Studio Seven Architecten is volledig duurzaam en wordt casco opgeleverd; de gebruikers en bewoners bouwen hun eigen ruimte zelf af. Om kosten te besparen, maar ook om een grotere vrijheid te hebben ze zelf in te vullen.
Lang leek het er op dat ze niet op deze plek zouden kunnen blijven. Toen bekend werd dat de Bijlmerbajes zou worden geliquideerd, besloot het Rijk de grond te verkopen aan de hoogste bieder. “Met als argument dat het om onze belastingcenten ging”, zegt Femke smalend. De gemeente bepaalde wel dat er plaats moest blijven voor een broedplaats. “Maar dat zijn wij niet”, legt Femke uit. “Wij zijn een vrijplaats, een plek die bedoeld is om permanent te blijven wonen en werken. Een broedplaats is alleen bedoeld om te werken en is bijna altijd tijdelijk.” En dat werkt volgens haar een negatieve ontwikkeling in de hand: de kunstenaars moeten vertrekken en de huren rijzen daarna de pan uit. “Zolang dat tijdelijke niet overgaat in permanentie, is een broedplaats in feite een gentrificatie-instrument”, zegt ze stellig.
Voor de bewoners van Bajesdorp wisten dat ze konden blijven, moesten ze heel wat hindernissen nemen. Jaap Draaisma, bekend voorvechter van het recht op betaalbare woon- en werkruimte voor kunstenaars, onderhandelde namens Bajesdorp met de nieuwe eigenaar van de Bijlmerbajes: projectontwikkelaar AM. Pas met de komst van het huidige ‘linkse’ college kwam er schot in de zaak. De gemeente bleek bereid de grond te kopen van de projectontwikkelaar en die in erfpacht te geven aan de gebruikers van Bajesdorp.
De ruimtes in het nieuwe pand worden aan de ‘gebruikers’ verhuurd door de Vastgoedvereniging Het Nieuwe Bajesdorp. Daarvan zijn de gebruikers zelf eigenaar, samen met de Vereniging VrijCoop. Die is opgezet door Bajesdorp en een aantal andere partijen met plannen voor wooncoöperaties, zoals Ecodorp Boekel. Het voorbeeld voor deze idealistische woonvorm komt uit Duitsland, waar al 160 wooncoöperaties zijn opgezet door het Mietshaüser Syndikat.
Naast subsidies van onder meer Bureau Broedplaatsen en een Duitse hypotheek is er nog meer geld nodig om het pand in collectief eigendom te krijgen. De toekomstige gebruikers dragen ieder 5.000 euro bij, die ze bij vertrek terugkrijgen. “Maar als je het niet kunt betalen, hebben we een regeling”, zegt Femke. Daarnaast is een ‘crowdlending’-actie gestart: iedereen kan obligaties kopen van 250 euro per stuk, met een jaarrente van 1,7 tot 2,5 procent, afhankelijk van de looptijd. Femke: “Aan het eind van de looptijd lossen we de lening af, met rente.”
Het lijkt erop dat het streefbedrag van 600.000 euro voor het eind van het jaar ruim zal worden gehaald. “Als je obligaties koopt, krijg je een houten baksteen in de nieuwe bar”, belooft Femke. “En je wordt uitgenodigd voor alle feesten en evenementen, allemaal gratis. Daar is iedereen welkom.” En activiteiten zal ook het nieuwe Bajesdorp volop organiseren, van wekelijkse maaltijden tot het Bajesdorp Festival.
De nieuwe wooncoöperaties zijn volgens Femke “één groot protest tegen de manier waarop de kapitalistische woningmarkt werkt.” Bij de huidige woningschaarste koopt iedereen een huis in de verwachting dat het meer waard wordt, om het dan weer door te kunnen verkopen, constateert ze. “Wij nemen daar afstand van. Ons pand kan niet worden verkocht, dat houdt VrijCoop met een vetorecht tegen. Het gaat ons om het wonen, niet om winst maken.” Ja, ze zijn idealistisch. “Wij willen een groter doel dienen. Voor mijzelf gaat het ook allang niet meer alleen maar om een betaalbare woning. Als ik hier niet in zou geloven, had ik hier niet twaalf jaar lang een à twee dagen per week in gestoken. We willen een voorbeeld zijn voor anderen. Gelukkig is ook wethouder Laurens Ivens een groot voorstander van wooncoöperaties, dus ik hoop dat er in Amsterdam nog heel veel volgen.”