Tekst Elizabeth Venicz Beeld Sandra Hoogeboom
Een schaakschool, een vakantiekamp. Mustapha el Jarmouni organiseert in de Indische Buurt juist activiteiten niet alleen voor arme kinderen maar voor iedereen. “Kinderen zitten steeds meer gescheiden op school. Hier verbinden we ze.” Ook regelt hij schaakles op 43 scholen in de stad.
Wahid, een smalle Syrische jongen van een jaar of 10 zit geconcentreerd de tegenzet van de schaakrobot te bekijken op de laptop. Spraakzaam is hij niet. Schaken vindt hij “leuk” en ja hij is er “best goed” in en nee hij hoeft geen koekje. “Ik vast”. Met een rimpel in zijn voorhoofd bedenkt hij de volgende zet. Wahid is een van de kinderen die ook tijdens de lockdown iedere week is blijven schaken bij de schaakclub van Mustapha el Jarmouni in de Indische Buurt. “Kinderen uit risicogroepen mochten we schaakles blijven geven gelukkig,” vertelt El Jarmouni.
Vandaag zijn voor het eerst alle kinderen weer welkom en het is gelijk volle bak. Er blijven maar kinderen binnenlopen in de Batjanzaal, een voormalig gymlokaal omgebouwd tot theater- en activiteitenzaal aan de Batjanstraat. El Jarmouni, een wat verlegen ogende vijftiger, huurt de zaal nu twee jaar. Hij organiseert er huiswerkbegeleiding, kooklessen en ook activiteiten voor de moeders van de kinderen die nu aan grote tafels zitten te schaken. En voor corona begon, ook dingen die hij zelf miste in de buurt, zoals filmavonden of een avond over filosofie.
Schaakspullen
Het begon heel klein in 2007. “Het ging niet goed met mijn zoon, hij zou autistisch zijn.” El Jarmouni zocht iets om hem makkelijker in contact te brengen met andere kinderen. “Daarom ben ik schaakles gaan geven bij mij thuis ” Het bleek een gouden greep. “Mijn zoon hield er vrienden aan over en respect bij de kinderen op straat.” Alleen werd het steeds drukker. “Toen er veertien kinderen in de woonkamer zaten te schaken, zei mijn vrouw: ‘Nu moet je maar eens een andere ruimte zoeken.’ Zo is het begonnen.”
Hij kwam in buurtcentrum de Meevaart in de Indische Buurt terecht. Ook daar werd het al snel drukker. Dat was een probleem want hoe kwam hij aan zoveel schaakspullen. “Ik betaalde alles zelf.” Gelukkig wist participatiemakelaar Rob van Veelen een kleine subsidie te regelen. “Daar heb ik toen materiaal van kunnen kopen.” Toen het te vol werd in de Meevaart, besloot hij scholen in de buurt te vragen of hij daar na schooltijd schaakles mocht geven. Dat mocht als kinderen van die scholen ook konden meedoen. Dat leek hem geen probleem tot hij de aantallen hoorden. “Op een school hadden zich wel zestig kinderen opgegeven.” Maar het lukte en inmiddels organiseert hij schaakles op 43 scholen in de stad.
“Jongens staat dit goed?” De schaakdocent wijst op de stukken die een meisje heeft klaargezet op het bord. Drie meisjes en twee jongens buigen zich over het bord. Een meisje met lang krullend haar ziet het gelijk “Mag ík het zeggen?! Mag ík het zeggen?!” “Nee eerst hij.” De docent wijst op het kleinste jongetje.
Fenomeen
De groep kinderen in de Batjanzaal is opvallend gemengd. Jongens, meisjes. Zowel van de islamitische basisschool, de gemengde Indische Buurtschool als van de witte scholen uit de Watergraafsmeer, vertelt El Jarmouni. “Dat is belangrijk vindt hij. “Kinderen zitten steeds meer gescheiden op school. Hier verbinden we ze.” Dat vindt hij het mooie van schaken. “Leeftijd en afkomst tellen niet. Bij schaken is iedereen gelijk. En je hoeft ook niet perfect Nederlands te spreken.” In de nogal witte schaakwereld is zijn schaakschool een fenomeen.
Vrijwilligster Nadia helpt hier nu een aantal maanden. Ze viel gelijk voor de sfeer. Losjes en vriendelijk. “Mensen gaan hier met een glimlach naar huis.” Daar wil ze graag aan bijdragen. Je merkt soms dat niet iedereen het even breed heeft, vertelt ze. Als kinderen halflege broodtrommeltjes meenemen bijvoorbeeld. Ze vindt het gezellig dat het eindelijk weer druk is. In de meivakantie zal het nog wel drukker worden denkt ze. Dan is ‘Mustapha’s vakantiekamp’. Ook dat begon klein en groeide uit tot een begrip in de buurt. Het lijkt een terugkerend patroon in El Jarmouni’s manier van werken. “In 2013 organiseerden we een schaakkamp. Maar zoveel kinderen wilden meedoen. Er was verder niets voor kinderen in de vakantie.” Maar hoe kon hij activiteiten voor zoveel kinderen organiseren? Gelukkig kreeg hij hulp van de moeders die blij waren dat hun kinderen niet de halve zomer op straat rondhingen. Zo ontstond Mustapha’s vakantiekamp. Iedere vakantie gratis activiteiten voor de kinderen die niet weg gaan. En zo vulde hij een beetje het gat dat er door de bezuinigingen in het buurtwerk was geslagen.
Op wat uitschietende kinderstemmen na is het rustig in de zaal vol schakende kinderen. Op een groot schaakbord wordt een nieuwe zet uitgelegd aan een rijtje kinderen. Buiten zitten kinderen met schaakboeken te werken op picknicktafels. Amani, met haar 11 jaar verreweg de oudste van de groep weet wel hoe dat komt. ‘Je wordt rustig van schaken.’ Daarom doet ze het ook graag. Als ze met haar vader thuis schaakt, wint ze meestal, maar als ze hier met de kleintjes schaakt speelt ze soms ‘expres dom’. Dat is precies wat El Jarmouni beoogt. Concentratie maar ook contact.
Meer weten? batjanzaal.nl