Er is veel mis bij WPI, de Amsterdamse Sociale Dienst, zo blijkt uit het jaarverslag 2020 van de gemeente. WPI onderzoekt zelfs de klanttevredenheid niet meer. Oorzaak: corona en de Tozo-regelingen.
De afhandeling van klachten door WPI (de vroegere Sociale Dienst) is al een aantal jaren niet op orde. Dat staat in het financieel jaarverslag van de gemeente. ‘De afhandelingstermijn van klachten wordt niet gehaald. Dit is al langer een knelpunt.’ De gemeente noemt als oorzaak ‘het hoge aantal aanvragen voor de nieuwe Tozo-regelingen’. De Tozo-regelingen voor zzp-ers zijn er ook de oorzaak van dat de gemeente geen onderzoek meer doet naar het niveau van de dienstverlening aan mensen in de bijstand. ‘De klanttevredenheidsonderzoeken zijn gestopt met de komst van corona en het inzetten van de formatie op de uitvoering van de Tozo-regeling.’ Ook het voorkomen van onterechte uitkeringen is gestegen (van 2.7 naar 6.8 procent). ‘Door het grote aantal aanvragen Tozo en bijstand in 2020 is het percentage (..) relatief hoog.’
Relatief betere bijstandscijfers
Er stond ook goed nieuws in het jaarverslag. Zo is de stijging van het aantal personen in de bijstand met 5 procent naar ongeveer 41.000 minder gestegen dan het landelijk gemiddelde. Hierdoor ‘ontwikkelen de bijstandscijfers zich richting het landelijk gemiddelde, waar Amsterdam voorheen een méér dan gemiddeld aantal mensen in de bijstand had’. En dat is belangrijk voor de financiën van de stad. Wie negatief afwijkt van het gemiddelde moet dat als stad zelf betalen. Het gaat daarbij om grote getallen. In het jaar 2020 gaf Amsterdam 1.383 miljoen euro uit aan alle sociale regelingen (waaronder de bijstand), waarvan bijna 120 miljoen euro aan de meer dan dertig armoede-regelingen (inclusief schuldhulpverlening). Met deze armoede-regelingen worden bijna alle huishoudens in de bijstand bereikt. Maar slechts een derde van de werkende minima maakt gebruik van de minima-regelingen, zo blijkt uit het jaarverslag.
Besparing door 120 procent van het WSM
In het voorjaar van 2020 heeft het college besloten om de inkomensnorm van 120 procent van het wettelijk sociaal minimum niet te verhogen naar 130 procent om in aanmerking te komen voor een armoede-regeling. Oorzaak: de corona-crisis. ‘Met deze besparing werd het mogelijk om de preventieve aanpak Vroegsignalering uit te breiden en de gestegen kosten voor Bijzondere Bijstand, PC-regeling voor jongeren en de Woonkostentoeslag op te vangen.’