Er zijn mogelijk 30.000 ongedocumenteerden in de stad, volgens de Amsterdamse metropool-ombudsman Arre Zuurmond. ‘Tijdens de corona bleken veel mensen in directe nood te komen en bleek voedselhulp noodzakelijk.’
De Amsterdamse ombudsman Zuurmond heeft onderzoek gedaan naar de vele ongedocumenteerden in de stad: sommigen wonen en werken hier al meer dan dertig jaar. Vaak bleven ze ‘onder de radar’ maar door de corona-crisis verloren velen hun werk, schrijft Zuurmond. ‘Veel van de ongedocumenteerden die niet meer konden werken, raakten in de financiële problemen. Gezinnen dreigden op straat te belanden en er was onvoldoende geld om eten te kopen. Veel ongedocumenteerden waren afhankelijk van liefdadigheidsorganisaties en hun eigen gemeenschap omdat zij geen beroep kunnen doen op de voedselbank of op steun van de overheid.’ Niet alleen verloren velen hun werk, de crisis raakt hen nog eens hard, omdat ongedocumenteerden vanwege hun status niet in aanmerking voor overheidsvoorzieningen. ‘Hierdoor ontstonden er schrijnende situaties, zoals het verblijf van gezinnen in bergingen, mensen die naar voedsel in containers zochten, maar ook de noodkreet van ouders die de hoge huur niet meer konden betalen.’
Ongedocumenteerden
Wie zijn dat eigenlijk, ongedocumenteerden? Het is een heel diverse groep, blijkt uit het onderzoek van Zuurmond. Als gezamenlijk kenmerk gaat het om ‘mensen die permanent in Nederland verblijven zonder een geldige verblijfsvergunning’. Dit betekent zowel mensen met een arbeidsmigratieachtergrond als mensen die een asielverleden hebben. Het gaat volgens de ombudsman om grote aantallen; hij schat dat er 10.000 tot wel 30.000 ongedocumenteerden in Amsterdam leven. ‘Nauwkeurige cijfers ontbreken.’ De reden van verblijf in Nederland verschilt per groep. De een ziet zich door omstandigheden gedwongen het land van herkomst te verlaten, de ander vertrekt uit vrije wil.
Opvallend is dat er een groot aantal verschillende gemeenschappen van ongedocumenteerden bestaat. ‘De grootste en meest georganiseerde gemeenschappen zijn de Braziliaanse gemeenschap; de Ghanese gemeenschap; de Nigeriaanse gemeenschap; de Filipijnse gemeenschap en de Indonesische gemeenschap.’ Maar verder komen ongedocumenteerden uit alle andere landen van de wereld.
Economie
De ongedocumenteerden vormen een onderdeel van de informele economie, en feitelijk zelfs van de formele economie, schrijft de ombudsman. ‘Bijna alle ongedocumenteerden zonder asielverleden die de ombudsman heeft gesproken, blijken een betaalde baan te hebben door middel van zwartwerk, werken op geleende of valse documenten of door te klussen bij mensen thuis. Ze zijn vaak werkzaam in de bouw, horeca, schoonmaak, als oppas of productiemedewerker. Voor de ongedocumenteerden blijkt het werk in het huishouden een belangrijke inkomensbron te zijn. Hier vallen ook oppasdiensten en au pair onder. Verder blijken de ongedocumenteerden ook werkzaam te zijn in de detailhandel, land en tuinbouw en verpakkingsindustrie.’
Ongedocumenteerden weten zich volgens Zuurmond zopvallend goed staande te houden ‘in een samenleving waar zij niet mogen zijn’. ‘Het zijn modelburgers, omdat ze zoveel mogelijk proberen om niet op te vallen of in contact te komen met de autoriteiten.’ Ongedocumenteerden vormen aldus een belangrijk onderdeel van de (in)formele economie, maar hun positie is niet zonder risico. ‘Ze zijn door hun kwetsbare situatie en doordat zij onder de radar leven, het perfecte doelwit voor alle vormen van uitbuiting.’
Corona
Door de coronacrisis raakten veel ongedocumenteerden hun werk kwijt. Met grote gevolgen, want er is voor deze groep Amsterdammers geen enkele vorm van opvang, schrijft Zuurmond. ‘De ongedocumenteerden komen vanwege hun status niet in aanmerking voor hulp van de overheid. Sommige gezinnen sliepen zelfs liever in een berging dan dat zij zich aanmelden voor hulp.
‘In sommige gevallen werd uithuiszetting op het nippertje voorkomen doordat de eigen gemeenschap geld inzamelde voor mensen die het hardst getroffen werden.’ Met een groot gevoel voor solidariteit binnen sommige gemeenschappen, schrijft Zuurmond. ‘Bij verschillende gemeenschappen wordt duidelijk dat men goed voor elkaar zorgt, en ook oog heeft voor anderen: De hulp die zij kregen in corona-tijd deelden ze met mensen die ze tegenkwamen die ook geen voedsel hadden.’
‘Zichtbaar maken’
De ombudsman doet een reeks aanbevelingen om het leven van ongedocumenteerden beter te maken. Maar het belangrijkste is dat de overheid iets moet doen aan de ‘onzichtbaarheid’ van deze groep. ‘De onzichtbaarheid draagt bij aan diverse vormen van uitbuiting en uitzichtloosheid, waar de overheid weinig grip op heeft. Werk op een manier die veilig is voor de ongedocumenteerden aan het in beeld krijgen van deze groep en hun belangrijkste problemen en behoeften.’ Ook vindt de ombudsman dat er meer kennis moet komen over de deze groep mensen. ‘Er kan een betere schatting worden gemaakt van het aantal ongedocumenteerden. De overheid beschikt over voldoende bronnen, met mogelijkheden om de aantallen beter inzichtelijk te maken. Een aanbeveling is om Onderzoek, Informatie en Statistiek van de gemeente Amsterdam opdracht te geven om de omvang van het aantal ongedocumenteerden in Amsterdam in kaart te brengen.’