Te veel Amsterdamse jongeren hebben een schuld, vindt wethouder Moorman. Door beter te communiceren, wil de gemeente schulden bij jongeren (en hun ouders) voorkomen.
Elk jaar worden 7.000 Amsterdamse jongeren 18 jaar. Met veel van hen gaat het goed, maar niet met allemaal, schrijft wethouder Moorman (PvdA) aan de gemeenteraad. ‘Twaalf procent van de jongeren woont in een huishouden dat moet rondkomen van een laag inkomen. Dit zijn 16.225 Amsterdamse jongeren, studenten niet meegerekend.’ Mede door de corona-crisis stijgt het aantal jongeren met een ‘wanbetalersregeling’ bij zorgverzekeraars (CAK). In september ging het om 3.472 jongeren in de leeftijd van 18 t/m 27 jaar. Dat zijn er 400 meer dan in april van dit jaar.
18 jaar? Dan verandert er veel
Door beter te communiceren wil de gemeente schulden bij jongeren en hun ouders voorkomen. Het plan kent drie belangrijke doelen. Ten eerste: bij (beginnende) financiële problemen jongeren tijdig naar de hulpverlening leiden. Daarnaast wil de gemeente de financiële weerbaarheid van jongeren vergroten. Zo komt er bijvoorbeeld een speciale website voor jongeren (‘ik word 18’). Als laatste punt noemt wethouder Moorman het ‘versterken van de ouders in hun opvoedkundige rol rondom financiële kwesties bij hun kinderen.’ Dat is nodig, want voor ouders van kinderen die 18 jaar worden, verandert er veel. Ze verliezen een deel van hun toeslagen en de kinderbijslag en kunnen te maken krijgen met de kostendelersnorm (vanaf 21 jaar), aldus Moorman. ‘We zien dat ouders vaak niet goed weten wat er allemaal gaat veranderen als hun kind 18 jaar wordt.’
